Verhouding man-vrouw: de man is eerst geschapen

Ook zei de HEERE God: Het is niet goed dat de mens alleen is; Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem. De HEERE God vormde uit de aardbodem alle dieren van het veld en alle vogels in de lucht, en bracht die bij Adam om te zien hoe hij ze noemen zou; en zoals Adam elk levend wezen noemen zou, zo zou zijn naam zijn. Zo gaf Adam namen aan al het vee en aan de vogels in de lucht en aan alle dieren van het veld; maar voor de mens vond hij geen hulp als iemand tegenover hem. Toen liet de HEERE God een diepe slaap op Adam vallen, zodat hij in slaap viel; en Hij nam een van zijn ribben en sloot de plaats ervan toe met vlees. En de HEERE God bouwde de rib die Hij uit Adam genomen had, tot een vrouw en Hij bracht haar bij Adam. Toen zei Adam: Deze is ditmaal been van mijn beenderen, en vlees van mijn vlees! Deze zal mannin genoemd worden, want uit de man is zij genomen. Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn. En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw, maar zij schaamden zich niet. (Genesis 2:18-25)

Vandaag zullen we aan de hand van Genesis 2 kijken naar de Bijbelse beschrijving van het man-zijn en het vrouw-zijn zoals God het heeft bedoeld voordat de zonde alles ruïneerde.

Wat ik wil doen is vier observaties maken die een begin van een antwoord geven op de vraag of man en vrouw, in hun gelijkheid, verschillende verantwoordelijkheden zouden moeten hebben. Leert Genesis dat er speciale verantwoordelijkheden zijn die meekomen met het man-zijn en speciale verantwoordelijkheden die meekomen met het vrouw-zijn?

Het eerste dat hoofdstuk 2 duidelijk maakt is dat de man het eerst is geschapen en daarna, na enkele tussenkomende gebeurtenissen, wordt de vrouw geschapen. Vers 7: ‘toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen.’ Vers 21vv: ‘Toen liet de HEERE God een diepe slaap op Adam vallen, zodat hij in slaap viel; en Hij nam een van zijn ribben en sloot de plaats ervan toe met vlees. En de HEERE God bouwde de rib die Hij uit Adam genomen had, tot een vrouw en Hij bracht haar bij Adam.’
In 1 Timotheüs 2:13 zegt Paulus eenvoudig: ‘Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva.’

Waarom heeft God nu man en vrouw op deze manier geschapen? Waarom schiep Hij hen niet tegelijkertijd van dezelfde klomp klei? Zou dat niet duidelijker hun gelijkheid van mens-zijn hebben vastgesteld? Het antwoord is dat Hij dat al boven alle twijfel had verheven in Genesis 1:27 waar staat dat beiden naar Gods beeld geschapen zijn.

Nu wil God iets zeggen over de verhouding tussen man en vrouw. En wat Hij wil zeggen is dat, als het aankomt op hun verschillende verantwoordelijkheden, er een ‘eerste’ verantwoordelijkheid is die de man ten deel valt. Het gaat hier niet om superieure waarde. Dat is al geregeld in Genesis 1:27. Het gaat hier om een man zonder zonde, afhankelijk van God als een kind, die een speciale rol of verantwoordelijkheid wordt gegeven. God maakt hem de initiële helft van het paar om daarmee iets te zeggen over zijn verantwoordelijkheid in het initiatief nemen. God laat hem de eerste zijn die geschapen wordt, om zo iets te zeggen over zijn verantwoordelijkheid in het leiden.

Sommige Bijbelleraars hebben gezegd dat de volgorde van de schepping van man en vrouw niets betekent, omdat in Genesis 1 bijvoorbeeld de dieren eerst werden geschapen en daarna de mens. Dus als de volgorde een verantwoordelijkheid met betrekking tot leiderschap veronderstelt, dan zouden de dieren de mensen moeten leiden.

Er zijn twee antwoorden op deze tegenwerping. De ene is dit: Wanneer het Hebreeuwse volk een speciale verantwoordelijkheid gaf aan de ‘eerstgeborene’ in de familie, kwam het nooit in hun gedachten op dat deze verantwoordelijkheid teniet gedaan zou worden als deze vader toevallig vee bezat voordat hij zonen kreeg. Met andere woorden: toen Mozes dit schreef wist hij dat de eerste lezers dieren en mensen niet zouden beschouwen als gelijke kandidaten voor de verantwoordelijkheid van de ‘eerstgeborene’. En wij moeten dat dus ook niet doen.

Het andere antwoord is dat de apostel Paulus, die was geïnspireerd door de Heilige Geest als het gaat om zijn manier van omgaan met de Schrift, het feit dat de man het eerst werd geschapen van belang vond (1 Timotheüs 2:13). We zullen hier later over doorpraten. We doen er goed aan om niet te zeggen dat iets niet van betekenis is, als een geïnspireerde apostel er betekenis van belang in ziet.

Dus de eerste observatie is van groot belang: de man werd als eerste geschapen, daarna de vrouw. En dit wijst naar een leiderschapsverantwoordelijkheid voor de man, vooral in het licht van de andere observaties die zullen volgen.

Uit een preek van John Piper over Genesis 2:18-25 uit de serie Biblical Manhood and Womanhood.
De aangehaalde Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling.

Mannen en vrouwen in verwarring

Tegen de vrouw zei Hij: Ik zal uw moeite in uw zwangerschap zeer groot maken; met pijn zult u kinderen baren. Naar uw man zal uw begeerte uitgaan, maar hij zal over u heersen. … Is het niet zo dat u, als u het goede doet, uw hoofd kunt opheffen? Maar als u niet het goede doet, ligt de zonde aan de deur. Naar u gaat zijn begeerte uit, maar ú moet over hem heersen. (Genesis 3:16; 4:7)

Ik ben ervan overtuigd dat de Bijbel leert dat mannen unieke door God gegeven verantwoordelijkheden richting vrouwen hebben en dat vrouwen unieke door God gegeven verantwoordelijkheden richting mannen hebben. Deze verantwoordelijkheden zijn niet identiek, en ze zijn niet afhankelijk van onze gaven. Ze zijn gebaseerd op ons man- en vrouw-zijn zoals God ons bedoeld heeft. En ze zijn niet beperkt tot enkel biologische functies in het proces van voortplanting.

Deze verschillende verantwoordelijkheden stoten recht naar de kern van de betekenis van mannelijkheid en vrouwelijkheid zoals God ons heeft geschapen. Maar ze staan vandaag de dag hevig onder vuur. En dat gebeurt al een tijd zo. En het resultaat in onze cultuur is grote verwarring.

Ik gok dat er waarschijnlijk twee generaties mannen en vrouwen in dit land zijn opgevoed zonder een positieve visie op wat het betekent man of vrouw te zijn. We hebben veel negatieve dingen te horen gekregen – dingen die we niet moeten zijn, dingen waarvan we bevrijd moeten worden.

Bijvoorbeeld: man-zijn staat niet gelijk aan seksuele uitbuiting. Man-zijn staat niet gelijk aan koel, zakelijk en emotieloos. Man-zijn staat niet gelijk aan de rauwe taak-georiënteerde drive om te overwinnen. Enz. Dus mannen, wees vrij! Aan de andere kant staat vrouw-zijn niet gelijk aan saaie huiselijkheid. Vrouw-zijn staat niet gelijk aan aan-huis-gebonden moederschap. Vrouw-zijn staat niet gelijk aan gedachteloos zijn en vol emoties. Vrouw-zijn staat niet gelijk aan seksuele volgzaamheid. Enz. Dus vrouwen, wees vrij!

Maar wanneer al ons praten gaat over wat man-zijn en vrouw-zijn niet is, wat hebben we dan? Een grote leegte van verwarring over wat ze wel zijn. Frustrerende, schuld-veroorzakende, vernietigende verwarring. En daarin komt mee: een groots opgezette campagne voor homoseksualiteit, een epidemie van echtscheidingen, een toename van gewelddadige misdaad, groeiende huiselijke vredebreuk, en tienduizenden zelfmoorden elk jaar, waarvan 75% man is. (In 1981 vonden er in Amerika 27500 zelfmoorden plaats waarvan er 75% man waren.)

Het is niets anders dan een naast ons neerleggen van onze morele en geestelijke verantwoordelijkheid om jonge mensen te vertellen dat ze negatieve stereotypen moeten vermijden en ze niet een positieve, praktische, Bijbelse visie te geven over wat het betekent om een man of een vrouw te zijn. En een van de redenen waarom wij onze verantwoordelijkheid naast ons neerleggen is omdat dat de weg van de minste weerstand is. Het is gemakkelijk om negatieve stereotypen af te kraken; maar het is moeilijk en risicovol werk om het positieve oorspronkelijke model opnieuw op te bouwen.

Niemand zal kritiek op je leveren als je gaten schiet in lelijke stereotypen van man-zijn en vrouw-zijn. Dat is juist heel veilige en gebruikelijke tijdsbesteding. Maar er staan honderd mensen op je te wachten om je te veroordelen als je een positieve visie probeert te ontwikkelen voor je dochters als het gaat om wat het betekent om vrouwelijk te zijn, of voor je zonen als het gaat om wat het betekent om mannelijk te zijn. In het algemeen doen we het dus niet. En we laten ze in verwarring – door ze te vertellen wat het niet is, maar niet wat het wel is.

Gedurende de negen jaar van mijn pastoraat hier [CK: Piper heeft deze preek gehouden in 1989, hij was toen 9 jaar predikant], heb ik tientallen stellen die wilden trouwen gesproken. Het is mijn ervaring dat het inderdaad zeldzaam is een jong stel te ontmoeten dat een heldere visie heeft op wat het betekent een christelijke echtgenoot en echtgenote te zijn. Over het algemeen zullen stellen meteen toegeven dat ze niet weten of hun man- of vrouw-zijn bepaalde door God gegeven verantwoordelijkheden met zich meebrengt. Of, als ze denken dat er wel bepaalde verantwoordelijkheden zijn, dan weten ze in het algemeen niet wat deze zijn. En die verwarring heeft beangstigende gevolgen voor de stabiliteit van het huwelijk en de manier waarop kinderen worden voorbereid op het leven als man en vrouw.

Ik noem dit alleen maar om de uitdaging waar we als kerk voor staan te benadrukken. God heeft een visie voor een verloste mannen en vrouwen. Hij wil dat we herontdekken wat we door de zonde zijn kwijtgeraakt. En dus wil ik volgende week beginnen om zo goed als ik kan vanuit Gods woord de stukgeslagen visie op mannelijkheid en vrouwelijkheid op te bouwen, die God voor de zondeval had voorgeschreven en waarvan Hij wil dat wij die door Jezus Christus herontdekken. Ik vraag om jullie gebeden en of jullie serieus willen nadenken over deze dingen. Wat we als man en vrouw zijn raakt de kern van onze persoonlijke identiteit. Als we daar verward over zijn, zullen de gevolgen diepgaand en doordringend zijn.

Uit een preek van John Piper over Genesis 3:16 en 4:7 uit de serie Biblical Manhood and Womanhood. In de volgende post zal het gaan over hoe God de relatie tussen man en vrouw bedoeld heeft. De post Man en vrouw geschapen naar Gods beeld geeft al deels een antwoord op, maar er valt meer over te zeggen…
De aangehaalde Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling.

Man-vrouw conflict na de zondeval

Tegen de vrouw zei Hij: Ik zal uw moeite in uw zwangerschap zeer groot maken; met pijn zult u kinderen baren. Naar uw man zal uw begeerte uitgaan, maar hij zal over u heersen. … Is het niet zo dat u, als u het goede doet, uw hoofd kunt opheffen? Maar als u niet het goede doet, ligt de zonde aan de deur. Naar u gaat zijn begeerte uit, maar ú moet over hem heersen. (Genesis 3:16; 4:7)

Ik wil dat je heel precies aanvoelt wat het conflict tussen mannen en vrouwen is en hoe groot de verwarring vandaag de dag is over wat het betekent om man of vrouw te zijn.

Laten we eens naar Genesis 3:16 kijken. Adam en Eva hebben beiden tegen God gezondigd. Ze hebben niet vertrouwd op zijn goedheid en ze hebben zich van Hem afgekeerd om op hun eigen wijsheid te steunen om te bepalen hoe je gelukkig wordt. Dus hebben ze zijn woord afgewezen en van de vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad gegeten. God roept hen ter verantwoording en beschrijft ze nu wat de vloek op het menselijk leven zal zijn vanwege de zonde. In Genesis 3:16 zegt God tegen de vrouw: ‘Ik zal uw zwoegen in uw zwangerschap zeer groot maken; al zwoegend zult u kinderen baren. Naar uw man zal uw begeerte uitgaan, maar hij zal over u heersen.’

Dit is een omschrijving van de vloek. Het is een omschrijving van ellende, geen model voor het huwelijk. Zo zal het gaan in de geschiedenis waar de zonde de overhand heeft. Maar wat wordt hier nu echt gezegd? Wat is de aard van de geruïneerde verhouding na de zonde?

De sleutel ligt in het herkennen van de verbinding tussen de laatste woorden van dit vers (3:16b) en de laatste woorden van Genesis 4:7. Daar waarschuwt God Kaïn voor zijn haatdragendheid en boosheid tegen Abel. God zegt hem dat de zonde op het punt staat de overhand te krijgen in zijn leven. Let op het einde van vers 7: ‘Zijn begeerte [die van de zonde] strekt zich naar u uit, maar u, u moet over hem heersen [letterlijk: u zult over hem heersen].’

De parallel hier tussen 3:16 en 4:7 is verbazingwekkend. De woorden zijn in het Hebreeuws vrijwel hetzelfde, maar je kunt dit ook in het Nederlands zien. In 3:16 zegt God tegen de vrouw: ‘Naar uw man zal uw begeerte uitgaan, maar hij zal over u heersen.’ In 4:7 zegt God tegen Kaïn: ‘Naar u gaat de begeerte van de zonde uit, maar u zult over hem heersen.’

Welnu, de reden waarom het belangrijk is om dit te zien, is dat het ons duidelijker laat zien wat er met ‘begeerte’ wordt bedoeld. Wanneer 4:7 zegt dat de zonde aan de deur van Kaïn’s hart ligt (als een leeuw, Genesis 49:9) en dat zijn begeerte naar hem uitgaat, dan betekent dit dat de zonde hem wil overheersen. De zonde wil hem verslaan en hem onderwerpen en hem tot slaaf van de zonde maken.

Gaan we nu terug naar 3:16, dan moeten we waarschijnlijk dezelfde betekenis zien in het zondige verlangen van de vrouw. Wanneer er staat: ‘naar uw man zal uw begeerte uitgaan’, dan betekent dit dat wanneer de zonde in de vrouw de overhand heeft, zij ernaar zal verlangen de man te overheersen of te onderwerpen of uit te buiten. En wanneer de zonde in de man de overhand heeft, zal hij op een zelfde manier reageren en haar met zijn kracht onderwerpen, of over haar heersen.

Dus wat er werkelijk in de vloek van 3:16 wordt beschreven is het lelijke conflict tussen de man en de vrouw dat zoveel van de menselijke geschiedenis heeft getekend. Mannelijkheid zoals God het heeft geschapen is bedorven en gecorrumpeerd door de zonde. Vrouwelijkheid zoals God het heeft geschapen is bedorven en gecorrumpeerd door de zonde. De essentie van de zonde is het steunen op jezelf en het verheffen van jezelf. Eerst in opstand tegen God, en daarna in de uitbuiting van elkaar.

Dus de essentie van gecorrumpeerde mannelijkheid is de zelfbewuste inspanning om de vrouw te onderwerpen en te beheersen en uit te buiten voor zijn eigen verlangens. En de essentie van gecorrumpeerde vrouwelijkheid is de zelfbewuste inspanning om de man te onderwerpen en te beheersen en uit te buiten voor haar eigen verlangens. En het verschil wordt hoofdzakelijk gevonden in de verschillende zwakheden die we in elkaar kunnen uitbuiten.

Over het algemeen hebben mannen meer brute kracht dan vrouwen en dus kunnen ze verkrachten en misbruiken en dreigen en achterover zitten en met hun vingers knippen. Vandaag de dag is het is in de mode dit soort dingen te zeggen. Maar vrouwen zijn net zo goed zondaren. We zijn geschapen naar Gods beeld, mannelijk en vrouwelijk; en we zijn verdorven, mannelijk en vrouwelijk. Vrouwen mogen dan niet de brute kracht van mannen hebben, maar zij kent manieren om hem te onderwerpen. Ze kan hem heel vaak met haar woorden manipuleren, en waar woorden te kort schieten, kent ze de zwakheid van zijn lusten.

Mocht je twijfelen aan de kracht van de zondige vrouw om de zondige man te beheersen, denk dan eens een moment na over het nummer-één-marketing-wapen in de wereld: het vrouwelijke lichaam. Zij kan alles verkopen omdat ze de universele zwakheid van de man kent en hoe ze hem ermee kan beheersen. De exploitatie van vrouwen door zondige mannen is afkeurenswaardig omdat het vaak ruw en gewelddadig is. Maar als je het even op je laat inwerken dan zie je dat de exploitatie van mannen door zondige vrouwen net zo verderfelijk is in onze maatschappij. Het verschil is dat onze zondige maatschappij de ene perversie goedkeurt en de andere niet. (Er zijn overigens culturen die precies het tegenovergestelde doen).

Zo had God het niet bedoeld, voor de zondeval, toen man en vrouw van Hem afhankelijk waren voor de manier waarop ze behoorden te leven. Dit alles is het gevolg van de opstand tegen God. Hoe had God het dan bedoeld? Hoe moeten we de relatie tussen Adam en Eva ons voorstellen voordat de zonde de wereld binnenkwam?

Uit een preek van John Piper over Genesis 3:16 en 4:7 uit de serie Biblical Manhood and Womanhood. De volgende post zal gaan over de verwarring die er in onze cultuur ten aanzien van man-zijn en vrouw-zijn is.
De aangehaalde Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling.

Man en vrouw geschapen naar Gods beeld

En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen (Genesis 1:27)

De mens is geschapen naar Gods beeld, zowel de man als de vrouw. Dat is een uitermate belangrijke fundering om te begrijpen wat het betekent om mens te zijn, en in het bijzonder wat het betekent om mens als man en vrouw te zijn. Genesis leert ons: mensen, zowel mannen als vrouwen, zijn compleet anders dan alle andere schepselen omdat alleen mensen geschapen zijn naar het beeld en de gelijkenis van God. Maar het feit dat God ons naar zijn beeld geschapen heeft als man en vrouw betekent ook heel wat. Het veronderstelt namelijk dat we als mens elkaars gelijke zijn, dat we gelijkwaardig zijn, dat we elkaar wederzijds respecteren, dat er sprake is van harmonie, dat we elkaar aanvullen, en dat we eenzelfde bestemming hebben.

Als mens elkaars gelijke zijn houdt in dat een man niet minder is dan een vrouw omdat hij net als een gorilla haar op zijn borst heeft, en dat een vrouw niet minder is dan een man omdat zij net als een vis geen haar op haar borst heeft. Ze zijn gelijk in hun mens-zijn en hun verschillen veranderen deze basis-waarheid niet.

Gelijkwaardig zijn betekent dat ze beiden evenveel geëerd behoren te worden als mensen naar het beeld van God. Petrus zegt (in 1 Petrus 2:17), ‘Houd iedereen in ere’, dat wil zeggen: alle mensen. Er is een eer die mensen toekomt om de eenvoudige reden dat ze mensen zijn. Er is zelfs een eer die we moeten bewijzen aan de meest verachtelijke criminelen, zoals een Ted Bundy, enkel maar omdat hij een mens is en geen hond. En die eer is voor mannen en vrouwen hetzelfde.

Wederzijds respect betekent dat mannen en vrouwen er evenveel op gebrand zouden moeten zijn elkaar te respecteren en te eren. Respect zou nooit slechts in één richting moeten stromen. Geschapen naar Gods beeld als we zijn, zouden mannen en vrouwen naar elkaar moeten kijken met een soort van ontzag dat wordt afgeremd, maar niet vernietigd door de zonde.

Harmonie betekent dat er vredige samenwerking zou moeten zijn tussen mannen en vrouwen. We zouden manieren moeten zoeken om de raderen van onze relaties te smeren, zodat er teamwork kan zijn en binding en wederzijdse hulpvaardigheid en vreugde.

Elkaar aanvullen betekent dat de muziek van onze relaties niet voornamelijk eenstemmig zou moeten klinken. Het zou het samenspel moeten zijn van het geluid van sopraan en bas, alt en tenor. Het betekent dat de verschillen van man en vrouw gerespecteerd worden en bevestigd en gewaardeerd. Het betekent dat mannen en vrouwen niet zullen proberen elkaar te kopiëren, maar in elkaar de unieke kwaliteiten zullen benadrukken die tot wederzijdse verrijking zullen leiden.

Tenslotte, dat man en vrouw eenzelfde bestemming hebben betekent dat man en vrouw, als ze tot geloof in Christus komen, ‘mede-erfgenamen van de genade van het eeuwige leven’ zijn (1 Petrus 3:7). We zijn bestemd voor eenzelfde genieten van de openbaring van de heerlijkheid van God in de komende eeuw.

Dus met het scheppen van mensen als mannelijk en vrouwelijk naar zijn beeld, had God iets schit­terends in gedachten. Dat heeft Hij nog steeds. En in Jezus Christus wil Hij deze visie verlossen van de ravage van de zonde.

Uit een preek van John Piper over Genesis 3:16 en 4:7 uit de serie Biblical Manhood and Womanhood. In de volgende post zal het gaan over wat de zonde doet met de relatie tussen man en vrouw.
De aangehaalde Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling.

Verhouding man en vrouw

In mijn post Vrouw in het ambt? gaf ik aan dat ik over de verhouding tussen man en vrouw, zoals de Bijbel daar over spreekt, nog eens wat meer wilde schrijven. Dit hoop ik de komende tijd te kunnen doen. Ik zal dat onder meer doen door stukjes uit preken van John Piper te over te nemen.

De eerstvolgende post zal gaan over wat het betekent dat God de mens schiep naar zijn beeld en dat Hij hen mannelijk en vrouwelijk schiep.

Een vierde zoon!

Hij laat je voeten niet wankelen,
Hij zal voorkomen dat je valt.
Want Hij is je Beschermer,
je Bewaarder die nooit slaapt.
(naar Psalm 121:3)

Een vierde kindje, wat een zegen!
Een ‘zoon van geluk’, van God gekregen.

Benjamin Cornelis

– Benjamin –

Hij is geboren op 15 oktober 2010

Corné en Hilde Koelewijn
Stefan, Ruben en Jesse
Zeewolde