Preken over M/V en ambt

Veel predikanten in de GKv hebben in de afgelopen maanden in hun preken wel op de een of andere manier verwezen naar de synode besluiten mb.t. M/V en ambt. Vaak bleef het dan bij wat algemene opmerkingen, zonder in te gaan op de besluiten en de onderbouwing van die besluiten.

Hieronder wil ik enkele preken noemen van predikanten die dieper op de materie zijn ingegaan, en die naar mijn mening voor iedereen die zich op dit onderwerp bezint, zeer de moeite waard zijn om te beluisteren.

Ds. P.L. Storm heeft op 24 september in de ochtenddienst van de GKv Vroomshoop gepreekt over Mirjam en op 15 oktober over Debora (ook in de ochtenddienst). Beide vrouwen uit het OT worden genoemd in de gronden van de synode besluiten. Ds. Storm laat duidelijk zien dat deze vrouwen niet gebruikt kunnen worden om de besluiten te onderbouwen. De preken zijn te beluisteren via kerkomroep.nl. Hier de rechtstreekse links:

Preek over Mirjam (de preek begint ongeveer op 01:00 uur)

Preek over Debora (de preek begint op ongeveer 00:58 uur)

Ds. R. Th. Pos, preekte op 5 november in de ochtenddienst van de GKv Rijnsburg over het onderwerp ‘geestelijke strijd’. In dat kader gaat hij in op het onderwerp ‘M/V en ambt’. In deze preek noemt hij bijv. dat Paulus zich wat betreft de M/V verhoudingen niet alleen in 1 Tim. 2 (een van de zgn. ‘zwijgteksten’) baseert op de schepping, maar dat hij dat ook doet in Efeze 5 en 1 Korinte. Vervolgens gaat hij Genesis 1-3 bij langs en laat hij zien dat er wel degelijk sprake is van een scheppingsorde.

Preek over geestelijke strijd (de preek begint op ongeveer 01:04 uur)

De preken zijn via de links ook te downloaden.

God is liefde en God is God

De Bijbel leert ons dat God liefde is (1 Johannes 4:8,16), en dat God God is (Jesaja 45:22, 46:9). In de waarheid dat God God is gaat het om God zoals Hij is in al zijn heerlijke kenmerken en zelfgenoegzaamheid. Maar in de waarheid dat God liefde is, gaat het erom dat al deze heerlijkheid op ons af komt met als doel dat wij er eeuwig van zullen genieten.

Deze twee waarheden veroorzaken, door middel van de Bijbel, heel verschillende verlangens:

Dat God liefde is wekt een verlangen op naar eenvoud, en dat God God is wekt een verlangen op naar complexiteit.

Dat God liefde is wekt een verlangen op naar toegankelijkheid, en dat God God is wekt een verlangen op naar diepgang.

Dat God liefde is spoort aan om te focussen op de kern, en dat God God is spoort aan om te focussen op volledigheid. Het eerste zegt: ‘Geloof in de Heer Jezus Christus en u zult worden gered’ (Hand. 16:31). Het tweede zegt: ‘ik heb niet nagelaten u heel het raadsbesluit van God te verkondigen’ (Hand. 20:27).

Dat God liefde is zet ons ertoe aan om ervoor te zorgen dat de waarheid tot alle mensen komt, en dat God God is zet ons ertoe aan om ervoor te zorgen dat wat alle mensen te horen krijgen de waarheid is.

Dat God liefde is wekt een verlangen op naar gemeenschap en omgang, en dat God God is wekt een verlangen op naar studie en wetenschap. Studeren en diep denken betekent veel eenzaamheid. In een groep kun je niet diep nadenken, je kunt wel je gedachten verfijnen in een groep. Maar om diep denkwerk te verrichten moet je alleen zijn. Er is dus sprake van een zekere spanning tussen gemeenschap en omgang enerzijds en studeren en wetenschap anderzijds.

Dat God liefde is zorgt voor extraverte mensen en evangelisten, en dat God God is zorgt voor introverte mensen en mystici.

Dat God liefde is bevordert een eenvoudige sfeer voor alle lagen van de bevolking (folk ethos), dat God God is bevordert een verfijnde sfeer (fine ethos). De ene sfeer of stemming verheugt zich in de nabijheid van God en zingt zachtjes:

Lord, You are more precious than silver.
Lord, You are more costly than gold.
Lord, You are more beautiful than diamonds,
Nothing I desire compares with You.

(“More Precious than Silver,” Lynn DeShazo, 1982, Integrity’s Hosanna! Music.)

En de andere sfeer en stemming verheugt zich in de trancedente majesteit van God en zingt met een diepgaande opgetogenheid:

Far, far above thy thought
His counsel shall appear,
When fully He the work hath wrought
That caused thy needless fear.
Leave to his sovereign will
To choose and to command:
With wonder filled, thou then shalt own
How wise, how strong His hand.

(“Give to the Winds Thy Fears,” Paul Gerhardt, 1653.)

(Uit een preek van John Piper over Romeinen 3:1-8, met als titel Waarom God moeilijke teksten heeft geïnspireerd.)

Nogmaals Piper over preken

Don’t waste your pulpit – Verspil je kansel niet – daar gaat onderstaand filmpje van Desiring God over (dat ik overigens vond op Davidium). Hoewel Nederland de V.S. niet is, maakt Piper mijns inziens hier wel duidelijk waar het in preken om hoort te gaan. Maar: luister en kijk zelf maar. Ik ben benieuwd wat je ervan vindt. Onder het filmpje vind je een vertaling van het engels.

Transscriptie (vertaald):

(0:19 – 0:29) De beste manier om je kansel te verspillen is te preken over je eigen gedachten, in plaats van te preken over Gods gedachten.

(0:34 – 1:03) Ik denk dat predikanten gefascineerd zijn door trends, en ze zijn gefascineerd door wat de laatste socioloog en de laatste psycholoog en de laatste reclamecampagne en de laatste computer en de laatste media allemaal zeggen, en ze denken: ‘Dat zal interessant zijn! Dat zal interessant zijn!’ Het is interessant, maar het zijn dingen die mensen overál kunnen vinden. Wat mensen niet ergens anders zullen vinden, behalve in de kerk, is: ‘Wat heeft Gód te zeggen?’

(1:17 – 2:26) Betrek God erbij, betrek Gods Woord erbij, bij elk probleem, of het nu gaat om wat de media zegt, of wat sociologen, of psychologen zeggen: wees radicaal doordrenkt, verzadigd met de Bijbel – niet alleen maar op-de-Bijbel-gebaseerd, waarbij je op de Bijbel gaat staan en vervolgens over andere dingen gaat praten, – maar werkelijk verzadigd met de Bijbel, en leg de Bijbel uit. De Bijbel is niet alleen maar geweldig inzichtgevend; de Bijbel is interessant! Het is ontzettend interessant. Het doet je versteld staan. Als je elke zin serieus neemt, en diep in de Bijbel graaft, dan zul je dingen vinden die je gewoon de pet te boven gaan, dingen die de mensen zullen interesseren, hun leven zullen veranderen, hun ideeën overhoop zullen gooien. Het is verbazingwekkend wat de Bijbel is en ik weet niet waarom predikanten – veel van hen in ieder geval – de Bijbel saai lijken te vinden, of niet behulpzaam, of ze willen het er maar een klein beetje over hebben en het vervolgens ergens anders over hebben om de mensen te interesseren; het is net … waarom zou je dat nou doen? Want de Bijbel is Góds Woord! God spreekt! Quasars komen tot bestaan! Het is Góds Woord!

(2:30 – 3:38) ‘Werkelijk, ik beschouw alles als verlies om de overtreffende waarde van het kennen van Christus Jezus, mijn Heer.’ Jezus Christus kennen is meer waard dan wat dan ook. Nu, een predikant … hoe kun je dit lezen en er niét over willen uitweiden en je mensen uitleggen, hoe zoiets mogelijk is? En je mensen helpen om in die Paulinische ervaring te komen waarbij je zegt: ‘Hij is meer waard dan wat dan ook!’ De Bijbel zegt het! En de Bijbel is waar. En Paulus heeft het ervaren. En wij … gaan wij hen dan op iets anders wijzen? Met een beetje entertainment, leuke verhalen of gaan we ze wijzen op bepaalde sociale ontdekkingen? Terwijl de Bijbel kracht en waarheid is! Dus ‘verspil je kansel niet’ betekent: Blijf dicht bij de Bijbel, mediteer over de Bijbel, ga diep in de Bijbel, dring door de Bijbel heen naar de levende Christus, naar de levende God, en doe het op zo’n manier dat je mensen aangestoken worden met de waarheid van de Bijbel. Geloof – dat is wat redt – , komt uit het horen en horen uit het woord van Christus. Waarom zouden ook maar iets anders willen doen dan het woord van Christus spreken?

(3:45 -3:56) Ik denk dat de reden waarom predikanten dit niet doen is omdat zij zelf niet elke dag uit de Bijbel léven.

Piper over preken

Een paar weken geleden schreef John Piper een artikeltje over wat hij verstaat onder preken. Ik vind het erg waardevol en heb het daarom maar even vertaald. (Hier kun je het origineel vinden; je vindt er ook een video waarin hij dit uitlegt).

Wat ik bedoel met preken

Sommigen van jullie hebben misschien weinig of geen ervaring met wat ik bedoel met preken. Ik denk dat het je helpt om naar mijn preken te luisteren als ik er kort wat over zeg.

Wat ik bedoel met preken is wat ik noem expository exultation.

Preken is expository (uiteenzetten)

Expository wil zeggen dat de prediking als doel heeft de betekenis van de Bijbel uiteen te zetten, of uit te leggen en toe te passen. De reden hiervoor is dat de Bijbel Gods geinspireerde, onfeilbare en nuttige woord is – alle 66 boeken.

Het is de taak van de prediker om zijn eigen meningen te minimaliseren en de waarheid van God door te geven. Elke preek behoort de Bijbel uit te leggen en het vervolgens toe te passen op het leven van de mensen.

De prediker behoort dat op zo’n manier te doen dat jij in staat bent te zien dat de punten die hij maakt daadwerkelijk uit de Bijbel komen. Als je niet kunt zien dat ze uit de Bijbel komen, dan zal je geloof uiteindelijk rusten op een mens en niet op Gods woord.

Het doel van dit uiteenzetten is je te helpen met het eten en verteren van bijbelse waarheid die

  • je geestelijke botten versterkt;
  • de capaciteit van je geestelijke longen verdubbelt;
  • de ogen van je hart verblinden met de helderheid van Gods heerlijkheid;
  • en de capaciteit van je ziel opwekt voor een geestelijk genieten dat je niet voor mogelijk hield.

Preken is exultation (jubelen, verheugd zijn)

Preken is ook exultation. Dat betekent dat de prediker niet alleen uitlegt wat er in de Bijbel staat, en dat de mensen niet slechts proberen te begrijpen wat hij uitlegt. Veeleer is het zo dat de prediker en de mensen jubelen en verheugd zijn over wat er in de Bijbel staat terwijl die wordt uitgelegd en toegepast.

Preken staat niet los van de lofprijzing in de orde van dienst. Preken is lofprijzing! De prediker prijst God voor het woord en verheugt zich erin en doet zijn best om jou te betrekken bij een lofprijzend antwoord door de kracht van de Heilige Geest.

Het is niet slechts mijn taak de waarheid te zien en die jou te tonen. (De duivel zou dat kunnen doen voor zijn eigen slinkse redenen.) Het is mijn taak om de heerlijkheid van de waarheid te zien, ervan te genieten en me erover te verheugen terwijl ik het je uitleg en het voor je toepas. Dat is een van de verschillen tussen een preek en een lezing.

Preken is niet hetzelfde als kerk-zijn, maar het dient de kerk

Preken is niet het totaal van de kerk. En als preken alles is wat je hebt, dan heb je nog geen kerk. Een kerk is een lichaam van mensen die elkaar dienen.

Een van de doelen van preken is ons daarvoor toe te rusten en ons te inspireren elkaar beter lief te hebben.

Maar God heeft de kerk zo gemaakt dat zij opbloeit door de prediking. Daarom gaf Paulus de jonge Timotheüs een van de meest ernstige, verheven opdrachten in heel de Bijbel in 2 Timotheüs 4:1-2:

Ik dring er dan op aan, voor God en de Heere Jezus Christus, Die levenden en doden zal oordelen bij Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk: predik het Woord.

Wat je kunt verwachten van mijn prediking en waarom

Als je gewend bent aan een twintig minuten durend, direct praktisch, ontspannen praatje, dan zul je dat niet halen uit wat ik net heb beschreven.

  • Ik preek twee keer zo lang;
  • ik beoog niet direct praktisch te zijn, maar eeuwig behulpzaam;
  • en ik ben niet relaxed.

Ik sta behoedzaam boven de afgrond van de eeuwigheid te spreken tot mensen die deze week nog over de rand zouden kunnen gaan of ze er nu klaar voor zijn of niet. Ik zal verantwoordelijk worden gehouden voor wat ik daar heb gezegd.

Dat bedoel ik met preken.

Leren preken van George Whitefield

george_whitefieldEen tijdje terug heb ik een boekje gekocht met preken van de puritein George Whitefield, met de titel De weg der genade. Whitefield leefde van 1714 tot 1770. In die tijd was er sprake van verval in de Engelse staatskerk. Whitefield echter verkondigde het zuivere evangelie en werd daarom al snel niet meer toegelaten tot diverse kansels in Londen. Hij preekte daarom meestal in de openlucht, soms voor wel 10.000 of 20.000 mensen! Nu zijn er maar zo’n 75 preken van Whitefield bewaard gebleven, waarvan er maar 6 in De weg der genade zijn opgenomen. In die tijd zonder opnameapparatuur werden zijn preken door verslaggevers in steno genoteerd, en helaas niet allemaal even nauwkeurig. Toch komt in die preken duidelijk naar voren hoe Whitefield preekte.

De Anglicaanse bisschop J.C. Ryle beschreef een eeuw later ‘wat de wezenlijke eigenschappen van het preken van Whitefield schenen te zijn’, die ik hier graag overneem:

  • Een zuiver Evangelie – ‘Er zijn wellicht weinig mensen die hun toehoorders ooit zoveel koren en zo weinig kaf gaven. (…) Voortdurend vertelde hij u over uw zonden, uw hart, Jezus Christus, de Heilige Geest, de absolute noodzaak van berouw, geloof en heiligheid, op de manier zoals de Bijbel deze belangwekkende onderwerpen behandelt.’
  • Eenvoud – ‘Zijn spreekstijl was gemakkelijk, duidelijk, en op conversatietoon. Hij scheen een afschuw te hebben van lange en ingewikkelde zinnen. Altijd hield hij zijn doel in het oog, en hij ging daar linea recta op af. (…) Het gevolg was dat zijn toehoorders hem altijd begrepen. Hij ging nooit over hun hoofden heen.’
  • Directheid – ‘Hij sprak mensen in hun gezicht aan, als iemand die een boodschap van God voor hen had, “Ik ben hierheen gekomen om met u te spreken over uw ziel”. Het gevolg was dat veel toehoorders vaak dachten dat zijn preken met name voor hen zelf bedoeld waren. (…) er liepen verzoeken door al zijn preken als een rode draad: “Dit is voor u, en dit is voor u”. Hij liet zijn toehoorders nooit met rust.’
  • Talent om te beschrijven – ‘Hij wist zulke levendige beelden op te roepen van de dingen die hij behandelde dat zijn toehoorders werkelijk geloofden dat zij ze echt zagen en hoorden.’
  • Ernst – ‘Hij slaagde erin om de mensen te tonen dat hij tenminste alles geloofde wat hij zei, en dat zijn hart, ziel, geest en kracht erbij betrokken waren om hen het ook te laten geloven. (…) Zijn preken waren (…) levendig en vol vuur. Men kon er niet onderuit. Slaap was bijna onmogelijk. Men moest luisteren, of men het nu wilde of niet. Hij straalde een heilige macht uit die de aandacht stormenderhand veroverde.’
  • Pathos (gevoel) – ‘Het kwam regelmatig voor dat hij tranen in overvloed stortte op de kansel. (…) Hierbij schijnt geen sprake te zijn geweest van toneelspel. Hij voelde zich intens begaan met de zielen voor hem, en zijn gevoelens uitten zich in tranen.’

Ik besef dat Whitefield een bijzonder instrument in Gods hand is geweest. En ik begrijp dat niet iedere predikant een Whitefield hoeft te zijn. Toch lijken mij dit zaken waar tegenwoordige predikanten nog best wat van kunnen leren.